De Colombo Tragedie
Levens van drie jonge bekwame oorlogsvliegers voorgoed verwoest
De 'Colombo-Tragedie' van auteur J.C. Bijkerk


In de tachtiger jaren heeft J.C. Bijkerk onderzoek gedaan naar de zaak van de drie vliegers. Hij heeft zijn bevindingen vastgelegd in een boek, De Colombo-Tragedie.

Inhoud van het boek (met toestemming van de uitgever).

De Colombo-Tragedie. J.C. Bijkerk. 1991. Van Wijnen, Franeker ISBN: 90 5194 049 1

Dat de Colombo affaire naar zoveel jaren nog steeds heel gevoelig lag blijkt uit de verklaring van de zoon van H. Kelder, waarin hij aangeeft dat zijn vader bedreigd was na het uitkomen van het boek.

Citaat:

Mijn vader is pas heel laat over de gebeurtenissen in het verleden gaan praten. Mijn jeugd heb ik doorgebracht in relatieve onwetendheid. Pas toen het boek van Bijkerk verscheen kon ik in detail vernemen wat er toen heeft plaatsgevonden. Voor mijn vader was dat ook het moment om openheid van zaken te geven en daarna heeft hij de zaak als ‘afgedaan’ beschouwd. Ik kan u wel vertellen dat hij zijn hele leven last heeft gehad van het verleden, hoewel hij er niet over praatte. Het gevoel dat hem onrecht was aangedaan is hij tot aan zijn dood niet kwijt geraakt. Dat de zaak was áfgedaan heb ik in ieder geval nooit geloofd.

Toen het boek van J.C. Bijkerk in 1991 verscheen was er bescheiden media-belangstelling. Vrij Nederland wijdde er een artikel aan: het nummer van 5 oktober 1991, artikel getiteld ‘Een gerechtelijke dwaling in 1943: drie Nederlandse ‘deserteurs’ opgeofferd’, er was een interview met mijn vader in het Reformatorisch Dagblad, het nummer van vrijdag 7 februari 1992.

In het Indonesia magazine verscheen ook een artikel ‘De Colombotragedie: want dat maakt toch niets uit’ nummer en jaar onbekend.

Mijn vader werd bovendien gevraagd mee te werken aan een documentaire, ik kan mij niet precies herinneren voor welke omroep (het zou de NCRV ‘Dokument’-serie kunnen zijn) want de documentaire is er nooit gekomen. De reden daar voor zal u beslist interesseren; nog voor de opnamen begonnen werd er bij hem aangebeld. Een man ( wij weten niet of hij zich kenbaar maakte als medewerker van Defensie of van de BVD, of dat deze man als particulier persoon sprak) vertelde mijn vader, dat als hij zijn medewerking aan deze documentaire zou verlenen, hij in grote problemen zou komen. De rol van Generaal Spoor (toch een ‘held’ van de Nederlandse krijgsgeschiedenis) zou de betreffende documentaire zeer kritisch beschouwd worden en de weduwe van Spoor leefde nog. Blijkbaar had het boek van Bijkerk al genoeg wrevel opgewekt bij de familie Spoor en/of Defensie.

Mijn vader, ik meen destijds 71 jaar oud, is verder niet in discussie gegaan en heeft de deur in het gezicht van de aanbeller dichtgesmeten. Hij voelde zich geïntimideerd, hij had op zijn leeftijd geen zin in nog meer ellende. Vermoedelijk (maar dat is écht maar een vermoeden) is de NCRV ook door de BVD/Defensie op andere gedachten gebracht wat de documentaire betreft ,  want men heeft verder  geen contact meer opgenomen met mijn vader.

 

 

 


'Een proces dat nooit had mogen plaatsvinden'

Uitspraak van mr. S. J. baron van Tuyll van Serooskerken, de raadsman van de 'hoofdverdachte' de 2de lt. William J.Burck, welke hij in 1981 in een interview met de auteur van het boek 'De Colombo Tragedie' J.C. Bijkerk herhaalde en accentueerde door het 'Plancius proces' te omschrijven als een 'rechterlijke dwaling'.

Mr. S. J. baron van Tuyll van Serooskerken was gepensioneerd oud Secretaris-Generaal Ministerie BUZA, lid van de Raad van State, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Groot Officier in de Orde van Oranje Nassau.